Mieke Dezeure - Betrek meteen je omgeving bij je diabetes

Mieke

Mieke ontdekt in 2005 tijdens een bloedcontrole plots dat ze diabetes type 2 heeft. Jarenlang had ze als huisarts haar patiënten gewaarschuwd voor de gevaren van een ongezonde levensstijl en nu moest ze zelf de gevolgen dragen. Uit schuldgevoel verzwijgt ze haar aandoening in het begin zelfs voor haar kinderen. Maar intussen heeft Mieke haar kar gekeerd: ze beseft dat alles opkroppen niet de juiste manier is om met diabetes om te gaan. “Als mijn kleinkinderen nu aan tafel zeggen dat moeke dat niet mag eten, luister ik."

Het is een grote schok voor Mieke Dezeure wanneer ze in 2005 na een routinecontrole van haar bloed ontdekt dat ze diabetes heeft. Ze had naar eigen zeggen niet superongezond geleefd en kampte niet met zwaar overgewicht. “Al had ik ook niet echt een gezonde leefstijl. Als huisarts werkte ik onregelmatige en lange uren. Ik zat in mijn kabinet op die momenten waarop andere mensen eten”, geeft Mieke toe. De diagnose van diabetes was voor haar als dokter moeilijk te aanvaarden. Ze had tenslotte 24 jaar lang zelf haar patiënten gewezen op de gevaren van een ongezonde leefstijl.

Verzwijgen uit schuldgevoel

Mieke voelt zich op een bepaalde manier schuldig dat ze diabetes heeft gekregen. “Het ontwikkelen van diabetes heb je vaak zelf in de hand. Dat maakte het voor mij ook moeilijk om er in het begin open over te zijn en de diagnose te aanvaarden.” Met als resultaat dat Mieke haar diabetes jarenlang verzwijgt voor haar directe omgeving.

Zelfs haar twee kinderen – toen nog jonge tieners – weten de eerste jaren niet wat er aan de hand is met hun mama. “In het begin stelde niemand zich vragen bij de pilletjes die ik dagelijks moest innemen. Maar dat langdurige zwijgen hou je niet vol. Op een bepaald moment kan je niet anders dan het te vertellen. Van zodra je een sensor op je arm draagt en je insuline moet inspuiten, word je ook ‘zichtbaar’ diabeet naar de buitenwereld toe.”

En toch: op haar werk en in haar sociale netwerk duurt het tien jaar vooraleer iedereen op de hoogte is van haar aandoening. Mieke kijkt met gemengde gevoelens terug op die periode van stilzwijgen. “Ik vind het jammer dat ik zo lang gewacht heb om het iedereen te vertellen, maar langs de andere kant wil je het ook niet aan de grote klok hangen. Toch ben ik verbaasd hoe goed iedereen met mijn diabetes omgaat. Toen ik het eindelijk aan mijn kinderen vertelde – ze waren toen bijna 20 jaar – waren ze enorm verbaasd en begrepen ze niet waarom ik het er zo moeilijk mee had. Nu ik er achteraf op terugkijk, begrijp ik het eigenlijk zelf ook niet. Ik kan maar één advies geven aan personen met diabetes: doe niet zoals ik en betrek meteen je omgeving. Die kan je helpen om op een positieve manier met je aandoening om te gaan."

Belang van je entourage

Je hebt altijd veel aan je kinderen, kleinkinderen en familieleden. Zij hebben vaak de grootste invloed op het doen en laten van hun naasten. Dat merkt ook Mieke. “Als mijn kleinkinderen van 7 en 5 mij tijdens het eten zeggen: ‘moeke, dat mag jij niet eten’, dan ben ik de eerste om naar hen te luisteren”, lacht ze.

En dan zijn er uiteraard ook nog de collega’s op het werk. Mieke heeft hen stapsgewijs meegenomen in haar diabetesverhaal. “Ondertussen weten ze dat ik geen uren aan een stuk in een vergadering kan zitten zonder eens te bewegen of af en toe iets te eten. Als mijn suikerwaarden onder de 70 duiken, word ik ambetant. Mijn collega’s weten dat ze de meeting dan even moeten onderbreken voor een korte eet- of wandelpauze.”

Bewegen, bewegen, bewegen

Ook in haar job – eerst als huisarts, nu als arbeidsarts bij preventiedienst IDEWE – heeft Mieke sinds haar eigen diagnose meer aandacht voor de eerste tekenen van diabetes. Ze hamert op preventie. “Je kan heel wat kleine zaken doen in je dagelijks leven én op de werkvloer om te vermijden dat je overgewicht krijgt en je risico op diabetes verhoogt. ‘Bewegen, bewegen, bewegen’ is dan de boodschap die ik altijd meegeef. Ik voel me soms Oscar van F.C. De Kampioenen (lacht), die zei dat ook altijd.”

Terwijl ze de woorden uitspreekt, beseffen we dat we al meer dan een half uur neerzitten voor dit gesprek.  We gooien het roer om: Mieke maakt van haar verstelbare desk een bureau waar ze aan kan rechtstaan. Ze gaat verder: “Ook het belang van mentale gezondheid wordt vaak onderschat, zeker op de werkvloer. Wie zich fysiek goed voelt, voelt zich meestal ook mentaal goed, en vice versa. Mijn taak als arbeidsarts bestaat er in de eerste plaats in om gezonde mensen gezond houden, zodat ze aan het werk kunnen blijven. Als ik werknemers zie met een ongezonde leefstijl én de eerste milde tekenen van diabetes, verwijs ik hen heel snel door voor een bloedafname. Ik raad hen ook aan het Gezondheidskompas op de site van de overheid in te vullen. Aan de hand van een aantal vragen berekent die je risico op diabetes.”

Supermarkten vergelijken

Diabetes heeft een grote invloed op Miekes dagelijks leven. Niet alleen op vlak van medicatie – eerst dreef ze het aantal pilletjes op, nu moet ze vier keer per dag insuline spuiten – ook haar eetgedrag heeft ze helemaal omgegooid. “Ik moet meer nadenken wat ik wanneer eet. Ik beperk de hoeveelheid koolhydraten en eet bewust meer groenten en fruit. Ik heb het voordeel dat ik zelf alle inkopen doe en dat ik in de winkel op mijn gemak de productinformatie kan lezen vooraleer ik het in mijn mandje leg. Ik kook trouwens vaak met het kookboek van Diabetes Liga, want daar staan enkel gezonde gerechten in.”

Als Mieke toch eens ‘een folieke’ wil eten, vergelijkt ze eerst verschillende supermarkten zodat ze het gezondste alternatief kan kiezen. “Een pudding zonder suiker koop ik bijvoorbeeld in de Albert Heijn, een ijskoffie in de Carrefour. Het heeft even geduurd vooraleer ik mijn lievelingsproducten ergens zonder suiker kon vinden, maar nu houd ik er trouw aan vast. Dat ik dan moet pendelen tussen verschillende supermarkten, vind ik niet eens zo erg”, lacht Mieke.

Vragen stellen op restaurant

Mieke beseft dat het in onze maatschappij niet altijd even evident is om ‘diabetes proof’ te eten. Op restaurant blijft het moeilijk om niet-gesuikerde alternatieven te bestellen. “Neem bijvoorbeeld een aperitiefje: niet-alcoholische aperitieven zijn bijna altijd sterk gesuikerd. Ik vraag tegenwoordig bij elk gerecht ‘wat zit er precies in, want ik heb diabetes?’ Laatst kreeg ik nog een ongepaste reactie van een ober. ‘Als er te veel suiker in zit, spuit je maar wat insuline bij hé’, zei hij. Ik heb hem toen kordaat gezegd dat het zo niet werkt. Ik probeer het spuiten van insuline tot een minimum te beperken. Vroeger vond ik het vervelend om veel vragen te stellen. Nu is het een gewoonte geworden.”